Kogelstootbal
Een kogelstootbal of in het Engels "Shot Put Ball" is een bal (kogel) wat gebruikt wordt bij het kogelstoten.
De bal is gemaakt van een hard materiaal: koper, ijzer, of een ander metaal.
De zwaarte van de bal hangt af van de sekse en leeftijd.
De gewichten lopen uiteen van 2,72 kilogram tot en met 7,26 kilogram. Zie onderstaande tabel.

INFO
Kogelstoten is een sport binnen de atletiek. De bedoeling bij kogelstoten is om de kogel zo ver mogelijk te stoten. De kogelstoter stoot zijn/haar kogel vanuit een ring die aan de voorzijde afgeschermd is door een wit stootblok.
De gestote afstand wordt gemeten tussen de dichtstbijzijnde indruk van de kogel (het '0-punt') en de binnenzijde van het stootblok. Het aantal stoten is afhankelijk van de wedstrijd; meestal mag men zes keer stoten.
De reglementen werden voor het eerst vastgesteld in 1860, toen de gooi moest worden gedaan van een vierkant met kanten van 2,13m. Dit werd in 1906 vervangen door een ring met een diameter van 2,13m. Het gewicht van de kogel werd vastgesteld op 7,257 kg.
Worpen met gebogen arm zijn verboden, omdat ze te gevaarlijk zijn. De kogel moet vanuit de nek gestoten worden.
Kogelstoters moeten groot zijn en over sterke armen en benen beschikken en een natuurlijke snelheid. Zij moeten de dynamische kracht bijeen brengen om een zware metalen bal zo ver mogelijk voort te stuwen.

Reeds bij de oude Grieken maakte Homerus al melding van wedstrijden in het keien gooien tijdens de belegering van Troje. In de 16e eeuw was koning Hendrik VIII bekend om zijn bekwaamheid in de hofwedstrijden in gewicht- en hamerwerpen en in de 17e eeuw organiseerden Engelse soldaten wedstrijden in kanonskogel gooien.
Kogelstoten is in Nederland niet zo populair als in bijvoorbeeld de VS en de voormalige Oostblok-landen.
Het wereldrecord bij de mannen staat op naam van de Amerikaan Randy Barnes met een afstand van 23,12 meter.

< Vorige | Volgende > |
---|